woensdag 28 januari 2015

Proeftuin vragen stellen

Les 2 van “de kunst van het vragen stellen” want een goede vraag geeft te denken riep opnieuw veel vragen op. Dat was natuurlijk ook de bedoeling.
Vandaag zijn we aan de slag gegaan met verschillende soorten vragen zoals:
·         Open vragen: vragen met een vragend voornaamwoord meestal aan het begin van de zin. Bijvoorbeeld: Welke kleur is dat? Wanneer vertrekt de trein? Waarom doe je dat zo?
·         Gesloten vragen: Een gesloten vraag begint met de persoonsvorm van het werkwoord en als antwoord kan er ja of nee gegeven worden. Bijvoorbeeld: Heb jij een computer? Maar…….. we hebben ook geleerd dat er nog meer antwoorden mogelijk zijn op een gesloten vraag: Ik weet het niet , misschien, of daar geef ik geen antwoord op.  Het grappig is dat er ook  vragen zijn die op een gesloten vraag lijken maar niet zo zijn bedoeld: Kun je me zeggen hoe laat het is?
·         Binaire vragen: In de binaire vraag zijn de (twee mogelijk) antwoorden in de vraag genoemd. Bijvoorbeeld: Ben je voor of tegen Feyenoord?
·         Strategische vragen zijn vragen waar je het antwoord eigenlijk al op weet, maar je stelt de vraag toch om letterlijk te horen van de ander of hij jou heeft begrepen. Bijvoorbeeld: Mag je hier fietsen? (vraagt de politieagent aan jou als je op de stoep fietst).
·         Reflectieve vragen: Dat zijn vragen die jou (of een ander) helpen om goed over iets na te denken. Bijvoorbeeld: hoe kwam het nou dat ik niet scoorde?
·         Retournerende vragen zijn vragen die een reactie zijn op eerder gestelde vragen. Bijvoorbeeld: Hoe oud ben jij? Retournerende vraag: Waarom wil je dat weten?
Het lukte iedereen goed om bij elke soort vraag ook zelf voorbeelden te bedenken..
Deze week mag iedereen ook weer zelf aan de slag. De opdracht is om goed te luisteren of we vragen voorbij horen komen die we deze week hebben geleerd.  Dit schrijven we dan  op het formulier dat iedereen heeft meegekregen.

Tot volgende week! Dan gaan we aan de slag met ‘doorvragen’ .  Dat lijkt makkelijker dan het is. Bij doorvragen moet je namelijk ook heel goed kunnen luisteren.