Vandaag hebben we over getallen gesproken.
De les begon met een terugblik: wie herinnert zich nog op
de eerste les?
De meeste kinderen hebben de 'vagyok' (ik ben) genoemd.
En nog verschillende woorden afhankelijk van hun interesse. Voor de tweede les
heb ik een korte dialoog voorbereid met terugblik en ook als voorbereiding voor
vandaag, want vandaag hebben we over getallen gesproken. Iedereen noemde een
voorwerp die hij of zij wilde kopen; onderwerpen zoals nadrág (broek),
sültkrumpli (friet), ház (woning) of lego hebben de kinderen gekozen. Dan
hebben we ook de namen van de winkels genoeteerd waar je deze voorwerpen kunt
kopen. Ik vond dat je de ingatlanközvetítő iroda (makelaar) niet per se hoefde
te noteren. Verder was interessant dat je in Nederland eerder in tientjes telt
als over de prijzen praat maar in Hongarije gauw over tízezer (tienduizend)
forint moet denken met dank aan de wisselkoers.