woensdag 25 februari 2015

Les 5 van de kunst van het vragen stellen

Les 5 van “de kunst van het vragen stellen” want een goede vraag geeft te denken met als onderwerp:  AFvragen (ik vraag me af…..) en hypothetische vragen.
Nadat we nog een keer goed geoefend hebben met de nepvragen van vorige week  hebben we een Klokhuisspecial over hersenen gekeken.  De link met ‘vragen’ is dat we ons direct van alles AFvragen als we bijvoorbeeld iets horen, ruiken, proeven, voelen en in dit geval zien. Deze vragen kunnen we onszelf dan stellen maar misschien stellen we ze ook aan een ander. Elke vraag riep weer een nieuwe vraag op. Vandaag ging het dan ook niet om de antwoorden (want die hadden we meestal niet) maar vooral om het bewust worden van wat we ons afvragen.
Hypothetische vragen
Vervolgens hebben we geleerd wat hypothetische vragen zijn. Een hypothetische vraag heeft een vooronderstelling in zich  om de fantasie aan het werk te zetten of om een denkproces bij de ander op gang te brengen. Voorbeelden:
  • Stel dat de wereld vierkant zou zijn, wat zou er dan gebeuren?
  • Wat zou je doen als je morgen miljonair zou zijn?
Je fantasie gaat aan het werk en we hebben dus ook kunnen lachen om de bijzondere vragen en antwoorden die dan uit ons brein naar boven komen.
Volgende week alweer de laatste les. Al het geleerde zal dan nog een keer de revue passeren en natuurlijk sluiten we het feestelijk af.
Huiswerk
Deze week moeten iedereen aan verschillende mensen een hypothetische vraag stellen. Je schrijft op welke vraag je hebt gesteld en aan wie. Je mag vervolgens omschrijven hoe de ander reageerde.


stedenbouw les 4

Tijdens de 4e les hebben we eerst het huiswerk van de vorige keer besproken. Iedereen heeft twee kaarten gemaakt, één van de eigen slaapkamer en één van de route van huis naar school. Dat was nog best moeilijk. De opdracht was om het uit het hoofd te tekenen. De slaapkamers zagen er in ieder geval erg opgeruimd uit op tekening. Soms was de schaal goed, maar soms ook was het niet helemaal in verhouding. Het valt nog niet mee om zomaar uit je hoofd te tekenen. We hebben de slaapkamers naast elkaar gehangen op het raam en gepresenteerd aan elkaar.

De route van huis naar school was ook geen gemakkelijke opdracht. Hoe maak je een kaart waar genoeg informatie op staat zodat je tante of nichtje die op bezoek is je school kan vinden met behulp van de kaart die je gemaakt hebt? Dan is niet alleen de route belangrijk, maar ook herkenningspunten en andere informatie zodat je precies de goede route kunt lopen.

De rest van de les hebben we alvast besteed aan de volgende opdracht: Het maken van een ontwerp voor de braakliggende locatie in de hoek Nieuwe Aamsestraat/ Colosseum. We hebben op luchtfoto’s gekeken en op een ondergrond. We hebben nog even de schaal herhaald omdat dit toch wel moeilijk is. Schaal 1:500 betekent dat 1 centimeter op tekening in werkelijkheid 5 meter is. Verder hebben we wat standaard ontwerpmaten besproken. Een haakse parkeerplaats is bijvoorbeeld 5 meter diep en 2,5 meter breed. De weg is dan 6 meter breed.

De volgende les gaan we verder met de ontwerpen om te zorgen dat het echt goede ontwerpen worden. Tijdens de laatste les gaan we namelijk de ontwerpen presenteren aan de gemeente Overbetuwe!
Neemt iedereen de volgende les al zijn tekeningen tot nu toe mee? Als je die nog hebt tenminste. Dan kunnen we die misschien ook nog gebruiken tijdens de presentatie.

  

Huiswerkopdracht week 4
Opdracht: maak een stedenbouwkundig ontwerp voor de locatie Nieuwe Aamsestraat/ Colosseum
Je hebt een luchtfoto en een ondergrond gekregen van de locatie schaal 1:500. Deze heeft de gemeente Overbetuwe beschikbaar gesteld. Denk goed na over deze locatie. Analyseer de locatie. Hoe groot is de locatie? (opmeten!!) Wat staat er om heen? (Welke functies en hoe hoog zijn de gebouwen ongeveer?) Wat is er nu te vinden op de locatie? (kijk op de luchtfoto).
Daarna ga je nadenken wat er op deze plek goed past. Wat vind jij een goede invulling voor deze locatie? Welke functies passen hier? Hoe hoog mogen de gebouwen zijn? En het groen?
Nu ga je een ontwerp maken op schaal 1:500. Leg een transparant over de luchtfoto en maak een ontwerp.
De volgende les presenteer je je ontwerp. Veel succes!!


Gezond gedrag les 6

'Blijkbaar was het ondanks 2x uitleggen niet helemaal duidelijk geweest dat iedereen voor zich 10 minuten spreektijd kreeg om de anderen 'onderwijs' te geven... Fenna en Nils hadden wel een mooie presentatie gemaakt en hielden een spreekbeurtje over respectievelijk 'Emoties' en 'Zenuwen', we zijn weer heel wat wijzer geworden op dit gebied. Sophie had een korte quiz gemaakt met verschillende soorten vragen over gezond gedrag, Simon een kleine presentatie over de hersenen en Julia gaf een samenvatting van wat de revue is gepasseerd bij deze proeftuin de afgelopen weken. Al met al wel weer voldoende stof voor discussie en aanvulling op de gegeven informatie. Zo hebben we het gehad over de receptoren van zenuwcellen, waar je gebruik van kan maken bij bepaalde geneesmiddelen waar stofjes in zitten die ook op die receptoren kunnen aangrijpen en zo gedrag (roken bv.!) kunnen beïnvloeden. De tijd vloog dus het was al snel tijd voor de evaluatie: wat waren de leukste onderwerpen, wat hebben de kinderen gemist of zouden ze graag anders willen zien?  Er werd benoemde dat de opdrachten soms wel wat moeilijker mochten, maar aan de andere kant dat er op school niet altijd genoeg tijd was om e.e.a. goed uit te voeren. Tevens mochten er wat meer doe-dingen in de proeftuin, meer 'spelletjes', meer actie. Voor de rest was het leuk en leerzaam. Ik heb Fenna, Julia, Nils, Simon en Sophie zelf ook nog feedback gegeven, ik heb ze bedankt voor hun inzet en inbreng.



Gezond gedrag les 5

'Dit keer hadden we het over 'spoed' in brede zin. Het was de bedoeling dat iedereen een situatie schetste waarvan je kon zeggen 'dit is een spoedgeval'  en dat we dan samen gingen kijken wat te doen. Ebola kwam zelfs nog aan de orde bij Simon, maar dat was nou niet echt een spoedsituatie waar we wat mee konden... Een aantal principes kwamen aan de orde, zoals: 'EIGEN VEILIGHEID EERST!' Dit mag je bij een spoedsituatie nooit uit het oog verliezen! En wat kan je zelf doen, en wat moet je aan professionele hulpverleners overlaten? Wat gebeurt er als je 112 belt? En wat kost een ambulanceritje eigenlijk? Wie betaalt dat? Hoe laat je weten waar je bent als je 112 belt en je op de snelweg zit? Samen kwamen we een heel eind met huis-tuin-en keukenmiddelen om een arm te spalken (pollepel/spatel of opgerolde krant en een theedoek voldoen...), een theedoek is ook handig voor het afbinden van een heftig bloedend been bijvoorbeeld. Het ABCDE-principe is aan de orde geweest: is de ademweg vrij? ademt iemand nog? heeft hij nog hartslag? En toen was het tijd voor het echte werk: de reanimatie. Een reanimatiepop en een korte instructie en iedereen mocht proberen, dat viel nog niet mee! Je moet een hoop kracht zetten en op de juiste plek drukken... Waarom precies daar? Wat doe je eigenlijk met reanimeren? Voldoende vragen met dito antwoorden... Ook de AED is even gedemonstreerd, het is een apparaat wat duidelijke instructies geeft, dus zelfs een kind zou ermee kunnen werken. Maar een gedegen EHBO- en reanimatiecursus is voor iedereen eigenlijk een must... Al met al weer een leuke ochtend. Het huiswerk voor de laatste keer is nogmaals besproken: de kinderen mogen samen het uur vullen door ieder een stukje van 10 minuten onderwijs aan de anderen te verzorgen, hoe je dat doet staat je vrij. Ik ben benieuwd...' 

dinsdag 24 februari 2015

Filosofie

Vandaag zijn we nog wat dieper ingegaan op het thema "Begin en eind". Ingewikkelde vraagstukken als:"Waar is je familie begonnen?" en "Is er een starttijd van het bestaan?" Het werd een zeer levendige dialoog met geen enkele uitkomst. Heerlijk!

Vorige keer waren we met thema gestart en Eline heeft op voortreffelijke wijze het begin van een appel beschreven en beredeneerd.

Appel
Je begint altijd onderaan. Bijvoorbeeld als je gaat bouwen. Je blik gaat vaak als eerste bovenop. Dan zien je ook meteen dat het een appel is. Als je de appel omdraait kan je het andersom denken, maar dan zie je er niet zo snel een appel in. Dus het begin van de appel is onderaan. Dat denk ik tenminste. Er zijn ook mensen die daar anders over denken. Ikke niet.

vrijdag 13 februari 2015

Vragen stellen les 4

Les 4 van “de kunst van het vragen stellen” want een goede vraag geeft te denken met als onderwerp:  LSD en nepvragen!

Iedereen wist nog van de vorige les wat LSD betekent: Luisteren, Samenvatten en  Doorvragen.
Dat is in de praktijk voor sommigen toch nog niet zo heel eenvoudig bleek wel. Want luisteren doe je niet alleen met je oren maar ook met je ogen (aankijken) met je hoofd (knikken) en zelfs met geluid (‘hummen’). We hebben een aantal oefeningen gedaan samen waarbij we naar een kort verhaal van de ander luisterden om dit verhaal vervolgens in onze eigen woorden na te vertellen (samenvatten). Daarna stelden we een ‘doorvraag’.  Ook hebben we ervaren hoe het is als iemand wel ‘humt’ maar het niet echt meent, dus niet echt zit te luisteren. Dat voel je direct. Als je er oogcontact bij hebt voelt het wel als echt in contact zijn. Als iemand vervolgens ook nog een korte samenvatting geeft van wat je hebt verteld voel je je echt gehoord.

Ter illustratie
We hebben er ook twee youtube filmpjes bij bekeken. Voor de geïnteresseerden hieronder de links naar de filpjes: https://www.youtube.com/watch?v=pIjp1_5PwEw en https://www.youtube.com/watch?v=2-NnGGNDK9E
Vervolgens hebben we het gehad over nepvragen. Vragen die eigenlijk niet echt bedoeld zijn als vragen of waar je niet makkelijk antwoord op kunt geven. Vragen dus die je beter kunt vermijden.
Negatieve vragen
Negatieve vragen hebben een ontkenning in de zin, zoals bijvoorbeeld: “Moet je niet naar school?”
Kom je mee? Is een duidelijke vraag. Kom je niet mee? Is niet het tegengestelde daarvan maar betekent juist iets aanvullends. Een antwoord met ja of nee past dan ook niet. Aan iemand zonder paspoort kan gevraagd worden: Heb je een paspoort? Of : Heb je geen paspoort? In beide gevallen kan de persoon er nee op antwoorden, terwijl de vragen tegengesteld lijken.

Suggestieve vragen
Bij suggestieve vragen wordt een antwoord al in de vraag zelf gegeven, meestal omdat er sprake is van een oordeel. Zoals bijvoorbeeld:
·         Je bent toch wel met me eens dat we vanavond moeten gaan?
·         Je dacht toch zeker niet dat ik dat zou doen?
·         Vind je ook niet dat je het fout hebt gedaan?

Retorische vraag
Een retorische vraag is niet echt een vraag maar een stijlfiguur. Het is een bewering in een vraagvorm en er wordt dan ook geen antwoord op verwacht.  Zoals:  Zijn we niet allemaal trots op deze prestatie?

Huiswerk
We hebben dus weer veel gedaan en veel geleerd. Nou nog oefenen! Het huiswerk is eigenlijk hetzelfde als de vorige keer omdat het niet iedereen gelukt was om er ook een verslagje van te maken. Daarnaast heeft iedereen een nieuwe opdracht: Schrijf minimaal één voorbeeld op van de nepvragen zoals hierboven beschreven. Deze week is dus de belangrijkste opdracht ‘ontdekken door goed te luisteren’!


donderdag 5 februari 2015

Stedenbouw Les 3

Hier een verslag van les 3.

Deze les hebben we ons beziggehouden met analyseren, schatten en schalen. Elk kind heeft een analyse gemaakt van een deel van een stad. Ze hebben een analyse gemaakt van de infrastructuur en de bijzondere gebouwen. Dat was wel even lastig. Maar uiteindelijk had iedereen de analyses gemaakt. Analyseren is eigenlijk de kunst van het weglaten. Maar ook goed nadenken hoe je dingen zo duidelijk mogelijk kunt laten zien. In kleur of juist in zwart wit.





Als je de analyses op elkaar legt kun je verbanden zien. Bijvoorbeeld: welk bijzonder gebouw is goed bereikbaar? En met welke vervoermiddelen? Zo kun je makkelijk lopen naar de Jaarbeurs in Utrecht vanaf het Centraal station, in Rotterdam neem je tram of de auto of fiets naar Blijdorp, in Den Bosch loop je langs de stadsmuur, of je neemt de auto. In Amsterdam zijn heel veel musea in het centrum. De trein en tram zijn dan handig. In Nijmegen kun je met de auto of te voet naar het centrum.

Hieronder staan de analyses van de kinderen. Kun je Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen, Den Bosch en Utrecht herkennen?

Huiswerkopdracht week 3
Opdracht 1: Op schaal tekenen
Maak een plattegrond van je eigen slaapkamer. Teken uit je hoofd. Teken alleen de belangrijke dingen in je kamer zoals de deur, ramen, je bed, kast en andere meubels. Probeer de afstanden goed te schatten. Geef de schaal aan op de tekening. Let goed op dat je slaapkamer op de tekening past. Maak het ook niet te klein! Architecten gebruiken vaak schaal  1:50 of 1:100 hiervoor.
Opdracht 2: Goed schatten
Teken een plattegrond van de route van je huis naar school. Probeer goed de afstanden te schatten. Zorg ervoor dat de route op 1 tekening past. Je hoeft geen schaal aan te geven. Deze oefening gaat over goed schatten.

De volgende les presenteer je je tekeningen. Veel succes!!

stedenbouw les 3

Deze les hebben we ons beziggehouden met analyseren, schatten en schalen. Elk kind heeft een analyse gemaakt van een deel van een stad. Ze hebben een analyse gemaakt van de infrastructuur en de bijzondere gebouwen. Dat was wel even lastig. Maar uiteindelijk had iedereen de analyses gemaakt. Analyseren is eigenlijk de kunst van het weglaten. Maar ook goed nadenken hoe je dingen zo duidelijk mogelijk kunt laten zien. In kleur of juist in zwart wit.
Als je de analyses op elkaar legt kun je verbanden zien. Bijvoorbeeld: welk bijzonder gebouw is goed bereikbaar? En met welke vervoermiddelen? Zo kun je makkelijk lopen naar de Jaarbeurs in Utrecht vanaf het Centraal station, in Rotterdam neem je tram of de auto of fiets naar Blijdorp, in Den Bosch loop je langs de stadsmuur, of je neemt de auto. In Amsterdam zijn heel veel musea in het centrum. De trein en tram zijn dan handig. In Nijmegen kun je met de auto of te voet naar het centrum.

Hieronder staan de analyses van de kinderen. Kun je Amsterdam, Rotterdam, Nijmegen, Den Bosch en Utrecht herkennen?












Huiswerkopdracht week 3
Opdracht 1: Op schaal tekenen
Maak een plattegrond van je eigen slaapkamer. Teken uit je hoofd. Teken alleen de belangrijke dingen in je kamer zoals de deur, ramen, je bed, kast en andere meubels. Probeer de afstanden goed te schatten. Geef de schaal aan op de tekening. Let goed op dat je slaapkamer op de tekening past. Maak het ook niet te klein! Architecten gebruiken vaak schaal  1:50 of 1:100 hiervoor.
Opdracht 2: Goed schatten
Teken een plattegrond van de route van je huis naar school. Probeer goed de afstanden te schatten. Zorg ervoor dat de route op 1 tekening past. Je hoeft geen schaal aan te geven. Deze oefening gaat over goed schatten.


De volgende les presenteer je je tekeningen. Veel succes!!

Gezond gedrag

' Julia was vorige week afwezig, een mooie gelegenheid om de anderen haar uit te laten leggen hoe het ook weer zat met die erfelijke ziektes (met daarin ook het huiswerk van vorige keer...). See one, do one, teach one! Iedereen had er goed over nagedacht. Julia had ook nog een doktersbezoek tegoed, dus Fenna heeft haar onder handen genomen. De diagnose werd al snel duidelijk (blaasontsteking), maar gaf ook weer aanleiding tot meer vragen: hoe onderzoek je dit dan? en wat doe je? wat wil je verder nog weten? En waarom?
Hierna gingen we het hebben over het oog: op verschillende plekken in de ruimte kon informatie gevonden worden over het oog, even de benen strekken. Daarna moest iedereen 5 vragen noteren die waren opgeborreld na het zien van de informatie. Vervolgens kwam iedereen aan het woord over een onderdeel van het oog. Wat een ingewikkeld ding! En dat dat allemaal vaak goed werkt! Pure natuurkunde! Een eye-opener was het doorsnedeplaatje: hoe komt de lichtstraal in het oog en waar kan het allemaal mis gaan? Ofwel: iemand die komt met de klacht 'slecht-zien' kan wel op tien plaatsen in het oog een probleem hebben... Nu snappen we ook waarom. En waarom je scheel kan kijken. Of hoe bij scheelzien de oogstand weer recht gemaakt kan worden... Brillen zijn aan de orde geweest: waarom werken die en wat doen de verschillende soorten? Waarom zie je jezelf op de kop als je in de holle kant van een lepel kijkt? Genoeg breinbrekers en de hersenpan weer lekker gekraakt.... 
Volgende keer gaan we het hebben over 'SPOED', iedereen bedenkt een situatie, waar we samen op kunnen reageren volgende week


les 3, de kunst van het vragen stellen

Les 3 van “de kunst van het vragen stellen” want een goede vraag geeft te denken met als onderwerp: DOORVRAGEN!
We zijn begonnen met het huiswerk van de vorige keer.  De leerlingen hebben allemaal geluisterd naar de vragen die ze om zich heen horen.  De meesten herkennen de verschillende soorten vragen al goed. Zo weten ze nu wat open vragen en gesloten vragen zijn.  Maar ook wat binaire, strategische, reflectieve en retournerende vragen zijn. Heel knap!

LSD
Vandaag zijn we aan de slag gegaan met luisteren, samenvatten en doorvragen = LSD.  Met doorvragen kom je steeds meer te weten over hoe het echt zit. Zelfs als je heel goed hebt doorgevraagd kan het zo zijn dat je niet precies weet hoe het zit ook al denk je dat wel.  In de link naar een youtubefilmpje wordt dat heel mooi geïllustreerd.
 https://www.youtube.com/watch?feature=player_detailpage&v=pIjp1_5PwEw 
Daarna hebben we een oefening gedaan waarbij we goed moesten luisteren naar het verhaal van de voorganger om er daarna een korte samenvatting van te geven om er vervolgens weer een doorvraag over te kunnen stellen, maar………. het mocht geen WAAROM-vraag zijn. Waarom niet? Omdat waarom kan klinken als verwijt en dat is niet de bedoeling je bent juist oprecht geïnteresseerd. Iedereen heeft gemerkt dat het heel prettig is als iemand een korte samenvatting geeft van jouw verhaal. Je voelt je gehoord en dat is altijd fijn.

Wat gebeurt er als je geen vragen mag stellen?
Om te benadrukken hoe belangrijk het is om te kunnen en mogen vragen  hebben we ervaren hoe het is als je geen vragen mag stellen. Dat deden we met een verhaal dat je moest doorvertellen aan de volgende en die ook weer aan de volgende etc. Wat bleek, het verhaal was veel korter geworden, namen waren veranderd, details verdwenen en de essentie weg.

Waarom doorvragen? Omdat je dan tot de kern komt.
Als laatste heb ik een verhaal verteld waaruit blijkt hoe belangrijk doorvragen kan zijn: Er was een mooie oude kerk in Nederland die in dezelfde tijd gebouwd was als heel veel andere mooie kerken. Alleen deze kerk raakte de laatste jaren veel sneller in verval dan de andere kerken omdat hij veel vaker dan de andere kerken schoongemaakt moest worden met agressief schoonmaakspul. De mensen die de kerk moesten onderhouden wilden weten hoe dat toch kon en ze stelden zichzelf de volgende vraag
§  Hoe komt het dat deze kerk vaker schoongemaakt moet worden dan de andere kerken?
·         Omdat deze kerk viezer is dan al die andere kerken.
§  Hoe komt het dan dat deze kerk viezer is dan de andere kerken?
·         Omdat er veel meer zwaluwpoep op zit dan op de andere kerken.
§  Hoe komt het dan dat hier veel meer zwaluwpoep op zit?
·         Omdat hier veel meer zwaluwen zitten dan bij de andere kerken.
§  Hoe komt het dan dat hier veel meer zwaluwen zitten?
·         Omdat hier veel meer insecten zitten, het voer van de zwaluwen.
§  Hoe komt het dan dat hier veel meer insecten zitten?
·         Omdat die op het licht van de schijnwerpers op de kerk afkomen.
§  Maar zijn er dan geen schijnwerpers bij die andere kerken?
·         Jawel, maar daar zijn er twee per kerk en hier vijf.
§  Zouden er nog meer oorzaken kunnen zijn?
·         Ja, het is ook zo dat de lampen bij deze kerk twee uur eerder aangaan dan bij die andere kerken.

De oplossing was dus heel eenvoudig. Er gingen drie lampen uit en de twee overgebleven lampen gingen twee uur later aan. Daardoor kon de kerk met veel minder renovatie goed behouden blijven!

Huiswerk
Deze week mag iedereen ook weer zelf aan de slag. De opdracht is om LSD toe te passen bij iemand in je gezin, iemand in je klas en bij de meester of juf. Daarbij is het ook nog belangrijk dat je de waarom-vraag probeert te vermijden. Dat is nog best heel lastig maar iedereen weet al hoe je het moet! De situatie beschrijf je vervolgens op papier. Volgende week zullen we het bespreken

dinsdag 3 februari 2015

Filosofie

Een haiku maken viel eigenlijk best wel mee.

Regen en de kou
De bloemetjes vallen neer
Dat is de winter

Waarom is gras groen
Dat is een goede vraag zeg
Ik weet het ook niet

Vandaag staat het thema "Begin en einde" centraal. Waar begint een lijn en waar eindigt die? Waar begint een pion en waar eindigt die?



Een voorzichtige conclusie is dat waar je het eerste naar kijkt, dat is het begin.

Opdracht voor volgende keer:

leg iets ronds voor je op tafel
kijk er in alle stilte 15 minuten naar
schrijf in ongeveer 10 regels op waar het begin is en waar het einde. En vooral ook waarom je dat denkt.

maandag 2 februari 2015

Rekenmeesters

Deze keer waren alle "rekenmeesters" weer aanwezig en hebben we de opdracht nabesproken over het probleem van Einstein. Deze bleek knap lastig te zijn en het is uiteindelijk maar 1 iemand gelukt om hem op te lossen. Bravo! Goed gedaan hoor! Daarna hebben we nog een rekenraadsel gedaan over de vraag of je met 2 zandlopers, 1 van 4 minuten en 1 van 3 minuten, een ei 5 minuten kunt laten koken. Mmmm, ja dat is even denken.... Met een klein beetje hulp van de juf is het toch gelukt om het op te lossen. Wil je weten hoe? Lees het dan volgende week op dit blog of vraag 1 van de rekenmeesters. Succes met puzzelen!
Het huiswerk voor de volgende keer is het verder puzzelen op het probleem van Einstein en alle maten verzamelen van het voorwerp wat je wilt gaan bouwen op schaal.
Tot volgende week!